Wet versterking positie curator
Op 1 juli a.s. treedt de Wet versterking positie curator in werking. Eén van de onderdelen van deze wet is het nieuwe artikel 105b van de Faillissementswet waarin wordt bepaald dat accountants en ieder die administratie van de failliet onder zich heeft, verplicht is om die administratie ongeschonden aan de curator ter beschikking te stellen zonder dat een beroep op een retentierecht mogelijk is.
Verstrekking administratie door accountants zowel in de cloud als op papier
Tot de administratie van de failliet die moet worden afgegeven, behoren niet alleen de stukken die door de failliet zijn aangeleverd, maar ook de stukken die in opdracht van de failliet door de accountant zijn opgesteld.
Ook voor cloud providers is de nieuwe wetgeving van belang. Veel bedrijven maken namelijk gebruik van een cloudomgeving om hun administratie op te slaan en bewaren hun administratie niet op lokale servers. Bij een faillissement komt het regelmatig voor dat er facturen van de provider open staan en dat een provider probeert betaling van de openstaande facturen af te dwingen door de toegang tot de cloud te blokkeren. Als gevolg hiervan heeft de curator geen toegang tot de administratie, hetgeen zeker als een bedrijf tijdens een faillissement tijdelijk wordt voorgezet voor grote praktische problemen kan zorgen. Door de nieuwe wetgeving kan de cloud provider dit drukmiddel niet langer tegenover een curator gebruiken en is een provider bovendien verplicht om de curator de middelen ter beschikking te stellen om de administratie leesbaar te maken.
Redelijke kosten
In de wet is niet bepaald wie de kosten moet dragen. Bestudering van de Memorie van Toelichting leert dat als de curator informatie bij derden inwint, de derden daarvoor een vergoeding kunnen vragen. In de praktijk betekent dit dat de partij die de informatie aan de curator ter beschikking stelt hiervoor redelijke kosten bij de curator in rekening zal mogen brengen. Of deze kosten uiteindelijk kunnen worden betaald, zal in veel faillissementen maar de vraag zijn. Bij een faillissement waarbij niets in de boedel zit is de kans dat er een vergoeding zal worden betaald nihil.